We volgen Nederlands Indië op de voet

6 maart 2017 - Malang, Indonesië

Dag 8 Yogyakarta-Kediri 

De tocht van Yokya naar Kediri is één van de langere reisdagen. Fijn is dat de gids ons steeds beter begrijpt en wij hem. “You wish to visit a pasar in Solo and not again a Sultans palace, I think. So we visit a pasar where I always came with my grandmother and you drink famous Tjendol”, in zijn gebrekkig Engels. Ja, daar werden we wel blij van. 

Surakarta (Solo) ligt zo'n 2 uur rijden van Yogya; een mooie tussenstop dus. En niets te veel beloofd. Een typische Indische pasar boordevol verrukkelijk fruit (jackfruit, papaya, rambutan etc.). Nee, nog geen Durian. Daar heeft hij een ander adresje voor, ergens langs de route naar Malang. Oh ja, het is geen Málang, zoals ik altijd zeg (uit de overlevering ;)), maar Maláng. Terwijl ik dit schrijf roept Herman “Tokeh, ik hoor een Tokeh!”. We zitten dan ook in een natuurlijk paradijsje in Kalibura als ik dit verhaal schrijf. Maar nu dwaal ik af, terug naar de pasar. Bij een onooglijk tentje staat een jonge vrouw in hoog tempo plastic bekertjes met Tjendol te vullen (jonge klapper, gula djawa, geraspt ijs en kokosmelk). Mensen komen uit de hele wereld bij haar Tjendol eten. Lievelingskostje van de meiden en ook ik ben er dol op. Het toefje slagroom op het uitje naar de pasar in Solo. 

En de tocht gaat verder naar Kediri. Onderweg nog een keer een stop gemaakt bij een vogeltjesmarkt, maar iedereen was een beetje futloos van het lange rijden. Ook wel een zielig, al die mooie vogeltjes opgesloten in een kooitje. Fraaie houten kooitjes, dat dan weer wel. Van Kediri niet veel meer gezien. Het was al snel donker toen we aankwamen. Wel weer een mooi nostalgisch hotel. 

Dag 9: Kediri-Malang 

Ik heb erg last van vocht in mijn enkels en voeten: combinatie van de vochtige warmte en (te) veel stilzitten. Daarom dag 9 vroeg op en eerst een poosje aan de wandel. Dan realiseer ik mij dat de mensen hier al heel vroeg in touw zijn. Een deel van de straat is afgesloten voor 'carfree streetday'. Om half acht al stampend druk: veel spelletjes en ander vertier en natuurlijk eten. Nieuwsgierig waarom zich een grote menigte op een plek heeft verzameld, sluit ik mij erbij aan om te zien dat er een klein aapje met kleertjes aan het steppen en gitaar spelen is. Zielig! Overigens ben ik wandelend in die massa een attractie op zich: gemiddeld twee koppen groter, blank en geen hoofddoek. 

Ik onderbreek mijn verhaal weer even. Het is tijd voor 'het gebed'. Het gezang komt van alle kanten uit luidsprekers en alles verschillend en door elkaar. 's Nachts worden de anderen er vaak wakker van; ik hoor het dan gelukkig niet. De kakofonie op dit moment is gewoonweg hinderlijk. Ankie, onze eerste gids en Katholiek, was treurig gestemd over het groeiende verlies van de oorspronkelijke Javaanse cultuur door de toename van de Islam op Java. Je kunt er ook niet omheen dat het het belangrijkste geloof van Java is; overal Moskeeën en mushola's en nagenoeg alle vrouwen gaan gesluierd. 

Wat later dan gebruikelijk op pad vandaag. De tocht is minder lang en leidt naar Malang. Een bijzondere plek voor veel Nederlanders. Nergens op Java is de Nederlands-Indische cultuur nog zo zichtbaar aanwezig, met Toko Oen voorop. Ergens langs de route laat de gids de chauffeur stoppen. Durian, zien we al snel. De vrucht stinkt vreselijk, maar is o zo lekker (daar zijn Wayan en Romée het niet mee eens....). We wandelen ook nog kort een sawa in.

Aangekomen in Malang eerst een heerlijke rijsttafel in een voormalig Nederlands-Indisch gebouw, vol relikwieën. Daarna snel verder naar de begraafplaats Sukun, waar mijn overgrootvader begraven is; 23 jaar geleden hebben we het graf ook bezocht. Na wat research voor de reis, betwijfelde ik of het er nu nog zou zijn. Toch de gok gewaagd om op zondag (administratie dicht) de begraafplaats te bezoeken. En natuurlijk willen velen graag helpen. Al snel gaan ze er met mijn smartphone met daarop de foto's van het graf uit 1974 en 1990 vandoor. Na een half uurtje zoeken en achter de Indische mannen aan rennen het graf gevonden! Volledig overwoekerd, naamplaat verdwenen, maar het kan niet missen. De behulpzame mannen krijgen er een klusje voor terug. Ze knappen het graf op en zorgen voor een nieuwe naamplaat. Leuk nieuws voor mijn tante en vader en emotie bij ons en vooral Wayan. Zij schreef in haar eindwerkstuk van het KGC o.a. over onze Indische kant van de familie en opa Henkie, zoals hij werd genoemd. Om het te vieren een ijsje eten bij Toko Oen.

In het hotel snel de koffers wegzetten en op zoek naar een eenvoudige maaltijd. We moeten vroeg naar bed om nog een paar uurtjes slaap te pakken, voordat we om 00.30 uur afreizen naar de Bromo. Over dat avontuur vertelt Herman in het volgend blog.

Foto’s

3 Reacties

  1. Auke:
    6 maart 2017
    Tjendol heerlijk. Doerian weet ik niet meer slechts 1x gegeten.
  2. Wil zeylstra:
    6 maart 2017
    Mooi verhaal, ik had in Friesland ook dikke voeten en onderbenen liep ook te weinig! Voor je gaat vliegen aan de wandel! Liefs
  3. Wil zeylstra:
    6 maart 2017
    Was trouwens zeer verast jouw stem te horen gister op de golfbaan, gelijk een beetje van slag!